Mijn glimlach maakt de wereld een stukje mooier

Mijn glimlach maakt de wereld een stukje mooier. Ik geef mijn glimlach met liefde aan jou, voorbijganger in mijn leven. En als ik mijn glimlach even kwijt ben, maakt mijn hart een sprongetje als jij mij jouw glimlach schenkt.

Carine Braakenburg van Backum

GROET Goeroes

Het GROET-initiatief van Wini Weidenaar is echt geweldig en gelukkig doen er inmiddels veel GROETERS mee. Entertainer Ritsko van Vliet bijvoorbeeld in korte tijd uitgegroeid tot een echte GROET-fanaat. Hij loopt met op zijn borst een GROET-kaart gespeld al GROETEND door de binnenstad van Leeuwarden.

Wini en Ritsko zijn heuse GROET-goeroes. Mijn verwachting is dan ook dat ze  nog met heel veel originele GROET ideeën komen. Ze zijn tenslotte allebei bedreven in ‘communicatie & marketing’. Samen met lokale ondernemers zal er ongetwijfeld een GROET-bon op de markt komen en kun je strak gaan wandelen met een GROET-gids. Er zullen nieuwe, bijzondere GROET-vormen worden ontwikkeld en je kunt GROET-les gaan volgen.

Mocht het allemaal even niet lukken, ga je gewoon naar de GROET-therapeut of koop je het grote GROET-boek vol GROET-tips. Op enige moment zal GROETEN een ware traditie zijn en leven we in een GROET-maatschappij met daarbij behorende GROET-protesten in plaatsen zoals Amsterdam en Urk.

Over plaatsten gesproken. Het Noord-Hollandse GROET wordt vanzelfsprekend een bedevaartsplaats en maandelijks zijn er goed georganiseerde GROETS-reizen naar GROET aan Zee met op de zijkant van de bus de slogan ‘GROETjemee’. Wini en Ritsko verdienen volgens mij nu al een GROET-monument en wat doe ik? Ik zwaai, roep dag en hallo of soms GROET ik alleen met een vriendelijke knik. Hoe dan ook: het werkt! Groet je mee?

Met de borst vooruit

Het aantal groeters per dag is mij toch te laag. Sommige mensen gaan echt in de “wat ligt er op de grond”-modus als ze iemand zien aankomen. Op in hun eigen cocon. Behoefte aan een moment voor jezelf. Misschien zit thuis een man te werken en vragen de kinderen van alles over aardrijkskunde en geschiedenis. Dan wil je even rustig een blokje om.

Ik moest er wat op verzinnen om deze week de mensen op straat te triggeren. Zonder oogcontact heeft een groet ook geen zin. Zomaar in het wild te zwaaien werkt soms averechts. De komiek uithangen brengt alleen maar meer valse schaamte. Nee het kan subtieler. Na een nachtje slapen had ik het. Als een grote naambadge hang ik de ansichtkaart met HOI op de borstzak van mijn winterjack. Dat woord met die felle kleuren zie je al op meters afstand.

En dat werkt. Ik ben de deur nog niet uit of iemand stoot haar wandelgenoot al aan met “wel groeten jij”. “Ik ben altijd vriendelijk, hoor”, roept ze mij nog lachend na. Als ik de Raadhuisstraat inloop, krijg ik zelfs handjes vanuit de huiskamer. Het is nu een genot om met de borst vooruit in de stad te lopen. Auto’s toeteren, fietsers zwaaien, voorbijgangers groeten. En allemaal onbekenden. Al die mensen die Ritsko, Vlitos of ouwe goochelaar roepen, reken ik niet mee. Een groepje pubers hangend om een groene Go-scooter, schreeuwen mij terug met een driewerf “Hoi, hoi, hoi”. De altijd wat gesloten Chinese vrouw van de Schrans kijkt, glimlacht voorzichtig en perst er zacht een “dag” uit. “Yes”, roep ik binnensmonds.

Ik kom een bekende tegen die hoofdschuddend een foto van mij neemt. Moet het nu zo? Ja, het moet zo. We moeten Leeuwarden uit de “ikgroetniet”-slaap halen. Ik ben helemaal besmet met het #groetjemee-virus. Na deze test, 100% positief. Het houd je van de straat. Van zeg ik nu, het houd je juist op de straat.

Ritsko van Vliet

Groeten in ruimte en tijd

Groeten, hoezo groeten? Hier op het platteland is het onbeleefd om niet te groeten. Als er niet gegroet wordt weet je: “die is niet van hier”. Er is hier zoveel ruimte dat groeten meestal bestaat uit het uitbundig zwaaien van de buurkinderen of het hand opsteken van een eenzame fietser. Het mooiste vind ik altijd het groeten van de boer die zijn gewas inspecteert. Je hoeft niet meer te doen dan je onderarm iets omhoog te buigen en vanuit een minimale polsbeweging je wijsvinger in de lucht te steken. Je krijgt dan een hoofdknikje  of eenzelfde wijsvinger terug. Waar de kinderen met hun arm als wijzer op de klok een half uur bestrijken, hebben de boer en ik maar 1 minuut op de wijzerplaat nodig.

En voor allebei geldt dat groeten de tijd in het voorbijgaan even stilzet en je het moment van plezier of respect even samen beleefd.

Jan Veenstra

Ik zwaaide ook even naar mezelf

Ik loop regelmatig hard bij het ochtendgloren… zo mooi! Met de opkomende zon, de wereld die ontwaakt. Lage mist over de weilanden, herten die over slootjes springen en een vliegshow van een zwerm spreeuwen. Prachtig.
Als ik dan mensen tegenkom, groet ik ze altijd vrolijk. En ze groeten altijd vrolijk terug: de mede-hardloper, de wandelaar, de fietser op weg naar het werk. Zo’n ochtend heeft altijd iets ‘knisperend’ fris; de dag vol afleidingen is nog nèt niet begonnen en we hebben nog oog voor elkaar en de omgeving.

Een paar dagen geleden was het prachtig weer, een knalblauwe lucht en de zon die opkwam boven het Leeuwarder Bos. Die lage zon maakte dat rechts van mij een lange uitgerekte schaduw van mijzelf in het weiland verscheen. Ik rende een tijdje met mij mee. En op een gegeven moment, in een flauwe bocht, haalde mijn schaduw me zelfs in. Als vanzelf stak ik mijn hand op naar deze bijzondere passant en ik zwaaide even. En die langgerekte grijze hardloper zwaaide vrolijk terug. Ik moest er spontaan hard om lachen. Maar het voelde ook best even fijn. Want het was leuk om mezelf eens in actie te zien en ik besefte me dat ik eigenlijk best trots ben op die hardloopprestaties!
Een ander groeten en dus echt ‘zien’ is super belangrijk. Maar zwaai af en toe ook eens naar jezelf 🙂

Mariese Schuurman

Kinderlijk enthousiasme

“Hallooooo!” Een enthousiaste begroeting, maakt niet uit naar wie. De trein rijdt in de verte langs: “hajoo mensen!” (de l is soms nog een beetje moeilijk). De bus rijdt voorbij: zwaaien naar de chauffeur. De buren staan voor het raam: “hajoo hondjies, hallo!” Wanneer we door het dorp lopen schreeuwt ze soms van pure blijdschap “doehoeg!” naar iemand die we helemaal niet kennen. We leren haar te groeten maar de manier waarop ze het doet is helemaal haar eigen ding.

Mijn dochter is bijna 2 en heeft nog geen weet van de sociale regels die we elkaar opleggen. Een zwerver krijgt dezelfde enthousiaste begroeting als de buurman.Dit confronteert je met je eigen kijk op anderen. Wie zeg ik wel gedag en wie niet? En waarom eigenlijk? In het dorp groet ik iedereen die ik tegenkom maar ben ik in de stad dan doe ik dat niet. Raar eigenlijk. Neem ik mijn dochter mee naar de stad, dan verandert dat. Dan groeten we daar ook veelvuldig. Het enthousiasme waarmee ze dat doet levert altijd een grote glimlach en een vriendelijke begroeting terug op. En soms ook een kort gesprekje.

Een groet van een kind is niet bedreigend, ongemakkelijk of gek. Waarom is dat bij volwassenen anders? Ik neem me voor meer als mijn dochter te worden. De onschuld en het enthousiasme. Vrij van vooroordelen. Wat een blijdschap krijg je daarvoor terug.

Anke Meijer

Beweging #GROETJEMEE

Wat begon als een klein initiatief met hier en daar een blog, tweet of Facebookpost is inmiddels een beweging! Een positief geluid van mensen die het, net als ik belangrijk vinden, dat je elkaar groet. Met een simpel hallo laat je weten dat je de ander ziet, even een moment van aandacht. Dat deze beweging tot stand is gekomen zonder dat daar geld mee gemoeid is maakt het wat mij betreft extra speciaal.

Van drukker tot ontwerper, van artiest tot producent, van vervoerder tot uitgever, alle partijen hebben hun talent en kracht ingezet om #GROETJEMEE onder de aandacht te brengen en dat maakt mij eigenlijk wel een beetje verlegen.

Het laat daarentegen ook zien wat een geweldige waarde een netwerk heeft en dat je echt het verschil kunt maken als je samen ergens voor gaat en in gelooft. Het geeft energie en kracht en het brengt blijdschap en is dat eigenlijk niet veel meer waard dan geld?

Daarnaast bewijst #GROETJEMEE ook maar weer dat gratis niet onprofessioneel hoeft te zijn. Ik heb het dan zeker niet over mijn bijdrage maar juist over het concept, het beeld, de website, het filmpje, de advertenties, de uiting op de bus, het lied, het drukwerk, de verhalen, de gedichten, eigenlijk alles wat #GROETJEMEE uitstraalt, daar ben ik echt wel een beetje van onder de indruk en dat heb ik te danken aan al die lieve en mooie mensen om mij heen die meewerken aan #GROETJEMEE. En die groep groeit alleen maar! DANK JULLIE WEL!

 

Op de foto v.l.n.r.: Gijs Houtbeckers (Volle Zalen), Marian van Voorn (Hoppa), Wini Weidenaar (initiatiefnemer), Foppe van der Veen (Blauwe Zone), Koen de Koning (Last Tuesday), Bastiaan Blaauw (Statuur), Jurgen Drost (Flevodruk Harlingen) en Brigitte Baas (NDC mediagroep). Niet op de foto maar wel betrokken: Jan Tekstra (Tekstra Producties), Harm Geels (Arriva Nederland), Serge Hollander (Writers Block), Henk Dillerop (Dichter) en Frank Julius (FF Anders). 

Groeten: vanzelfsprekend, of niet?

Toen Wini me vroeg om mee te doen met groetjemee, in eerste instantie als groeter, zei ik uiteraard heel enthousiast ‘ja’. Want wie is er ‘tegen’ groeten? Ik had me niet gerealiseerd dat dit traject ook een groot reflectiemoment zou zijn…

Hoe vaak groet jij? Doe je het naar alles en iedereen? Overal? Ik niet hoor. Het onderscheid tussen dorp, stad en mijn eigen buurtschapje waar ik woon is snel te maken. In mijn buurtje doe ik dat zeker, ook naar onbekenden.

In de stad doe ik het vaak niet. Veel te druk. Je blijft bezig.

Maar ook in minder drukke gebieden, voel ik soms toch een schroom. En dat is niet omdat ik het niet wil. Maar ik vind het ook spannend. Want terecht wat deze campagne ook zegt, met een groet ‘zie je iemand’. En soms is dat confronterend intiem. Dat je eigenlijk dus roept: joehoe, ik zie jou!

Of, dat iemand mij ziet. Soms wil ik ook onzichtbaar zijn, voelt het spannend om de aandacht zo op te eisen. Want ja, als ik groet, voelt dat soms zo voor mij. Voor mij is groeten niet iets vanzelfsprekends. Meedoen met #groetjemee is dus voor mij ook echt ‘uit mijn comfortzone’,

Deze tijden helemaal, mensen lopen met een mondkapje op, de gezichtsuitdrukking is niet te zien. Je wordt er nog onzichtbaarder door. Dat mondkapje is nog eens een extra barrière.

Ik begin er inmiddels ook de lol van in te zien. Ik merk dat ik opleef van de groeten terug en de reacties. Ik heb ook gemerkt, dat als je geen groet terugkrijgt, het echt een beetje pijn doet.

Dat maakt juist dat ik het misschien wel wat minder erg vind om met schroom te groeten. Het is een pure sociale interactie, en die kosten moeite. Soms heel erg, soms wat minder. Ik wil groeten niet als iets vanzelfsprekend zien, juist om te blijven ervaren wat het met me doet.

Marian van Voorn

De groeten uit Leeuwarden

Ik heb met mijzelf afgesproken vandaag zoveel mogelijk vreemden te groeten. Toch voel ik een lichte aarzeling als ik door de stad loop.  Ik ben niet echt verlegen. Sta zelfs regelmatig voor een zaal vol mensen. Maar dit is toch anders.

In ieder geval begin ik eenvoudig. Ik richt mij op voetgangers die mij tegemoetkomen. Altijd nog gemakkelijker dan dat ik mensen passeer. Dan is er geen oogcontact en moet ik ook nog mijn fysiek in de strijd gooien. Nee, spontaan groeten is het beste oog om oog.

Ik ben het spoor bij De Schrans gepasseerd. Zet mijn eerste stappen aan de buitenkant van het stadscentrum. Een zone waar groeten niet vanzelfsprekend is. Als de eerste, een dertiger met volle baard, op mij afkomt begin ik in te schatten of hij straks reageert en, zo ja, op welke manier. Foute boel natuurlijk, want als ik wil groeten is mijn opponent al voorbij.

Op het Zuiderplein bij de ING-pinautomaat een dametje met een boodschappentrolley achter haar aan. Ik zwaai nu op tijd. Er verschijnt een frons achter haar brilletje. Misschien zet ik haar geest aan het werk. Zo van “wie is die man?”. Dichterbij roep ik heel beleefd: “Daaaag”. Zou de frons veranderen in een glimlach?

Om de hoek bij het Beursgebouw twee studentes in veel te dunne jasjes, die waarschijnlijk hun saaie weekend bespreken. “Hi”, roep ik en steek daarbij mijn wijsvinger op. Ze trekken beide een gezicht dat het midden houdt tussen schrik en verbazing. Hoor ik daar een kleine giechel? Is het niet wat gênant om mijn vriendelijkheid aan onbekende jonge meiden te uiten?

Midden op het lege Wilhelminaplein word ik volledig verrast. Terwijl ik mijn groet nog voorbereid, roept een onbekende man met wintermuts een stevige “hallo” naar mij. Of hij komt van het platteland, of hij heeft #groetjemee achter op de bus gezien. In ieder geval geeft hij mij een goed gevoel en een duw over die psychologische groetdrempel.

Morgen ga ik echt los met “De groeten uit Leeuwarden”.

Ritsko van Vliet